Een spier is opgebouwd uit afzonderlijke spiervezels. In de normale russtand is een spiervezel noch uitgerekt, noch samengetrokken (zie A). Wanneer een overbelaste spier door een microscoop wordt bekeken, blijkt dat een aantal spiervezels op een bepaald punt meer zijn samengetrokken dan in het omringende gebied (zie B). Hierdoor ontstaat een lokale verdikking en een slechte doorbloeding waardoor afvalstoffen zich ophopen. Triggerpoints houden de spiervezel op grote spanning (zie C) en verkort de spier. Dit veroorzaakt een stijf gevoel in een spier en bewegingsbeperking.
Veel van alle pijnproblemen zijn terug te herleiden tot triggerpoints. Triggerpoints voelen aan als een strakke band in de spier. Zo’n triggerpoint zorgt ervoor dat de spier strak getrokken wordt, wat weer effect heeft op de peesaanhechtingen en pezen van de spier. Dit veroorzaakt weer symptomen in nabijgelegen gewrichten. In en om de aangespannen spier is de bloedcirculatie beperkt waardoor afvalstoffen niet goed kunnen worden afgevoerd en zuurstof en voedingsstoffen de spier slecht kunnen bereiken. Resultaat: verergering van de pijnklachten.